-
Typ de letters d, e, c, i, k
Je oefent het typen van de letters uit les 3 van de methode typ10.
Luister naar het verhaal. Telkens wanneer je het woord drinken, eten, cola, inktvis of krab hoort, typ je de beginletter van dat woord.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Typ de letters r, t, f, g, v, b
Je oefent het typen van de letters uit les 1 van de methode typ10.
Luister naar het verhaal. Telkens wanneer je het woord roofvogel, top, fazant, gras, vis of beek hoort, typ je de beginletter van dat woord.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Typ de letters u, y, j, h, n
Je oefent het typen van de letters uit les 2 van de methode typ10.
Luister naar het verhaal. Telkens wanneer je het woord uur, yoghurt, jas, huis en nee hoort, typ je de beginletter van dat woord.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten
Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 1 tot 4 van de methode typ10.
Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?
Als je …
Interactieve oefeningLeerkracht -
Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten
Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 5 van de methode typ10.
Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?
Als je klikt op …
Interactieve oefeningLeerkracht -
Typ de letters z, s, p, l, o en x
Je oefent het typen van de letters uit les 4 van de methode typ10.
Luister naar het verhaal. Telkens wanneer je het woord zangers, leeuw, olifant, spelen of xylofoon hoort, typ je de beginletter van dat woord.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten
Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 4 van de methode typ10.
Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?
Als je klikt op …
Interactieve oefeningLeerkracht -
Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten
Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 1 tot 5 van de methode typ10.
Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?
Als je …
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordenschat naaien: Draaikaartjes met foto's
Met de kaartjes kan je termen uit de naailes oefenen, zoals de lintmeter, het speldenkussen, de spoel ...
Je kan maar vier keer de (gedeeltelijke) oefenset doorlopen in de gratis Quizletversie. Ook de test kan je maar één keer maken.
Interactieve oefeningLeerkracht, Ander -
Toetsenbord: Test je kennis
Zelftoets waardoor leerlingen de toetsen van het klavier met hun juiste benaming inoefenen.
Interactieve oefeningLeerkracht