Sleutelcompetentie: wiskunde – Wetenschappen – Technologie – STEM
Deze competentie bestaat uit een aantal bouwstenen die focussen op wiskunde, natuurwetenschappen, STEM en techniek.
Wiskunde
In wiskunde is er ruime aandacht voor getallenleer. Leerlingen moeten inzicht ontwikkelen in en omgaan met getallen en hoeveelheden. Mogelijke thema’s zijn geld, schattingen, afstand of het lezen van de klok. Meetkunde en metend rekenen is een ander onderdeel. Het richt zich op de vorm, grootte en positie van meetkundige objecten. Leerlingen moeten omgaan met vormen die ons omringen om zo vat te krijgen op de ruimte waarin we leven en bewegen.
Inzicht ontwikkelen in en omgaan met relatie en verandering is een ander onderdeel. De nadruk ligt hier op modelleren van relaties en veranderingen op analytische en algebraïsche wijze. In algebra komen bijvoorbeeld veeltermen, vergelijkingen en stelsels aan bod. In de analyse worden functies onderzocht. Tot slot werden ook discrete structuren, zoals telproblemen, toegevoegd aan dit onderdeel.
Kansrekening en statistiek komen aan bod in het onderdeel ‘inzicht ontwikkelen in en omgaan met data en onzekerheid’. Leerlingen moeten leren omgaan met wiskundige informatie in tabellen, grafieken, diagrammen en schema’s. Met statistiek kan je data onderzoeken, analyseren en interpreteren. In kansrekening gaat het om het verloop van toevalsprocessen.
In deze sleutelcompetentie is er ook ruime aandacht voor redeneringen opbouwen en afleiden, rekening houdend met de samenhang en structuur van wiskunde. Het gaat hier om meer dan enkel het opstellen van een bewijs. Formules, argumentatie, verklaring, bewijsvoering en analogieën toepassen komen onder andere aan bod. Zo verwerven leerlingen een aantal wiskundige denkmethoden.
Het modelleren en problemen oplossen door analyseren, (de)mathematiseren of gebruiken van heuristieken is een ander onderdeel. Leerlingen leren zowel een wiskundig als een toegepast probleem analyseren. Mathematiseren is het proces waarbij een toegepast probleem wordt omgezet naar een wiskundig probleem. Via demathematiseren wordt de wiskundige oplossing terug vertaald naar de context. Bij dat proces kunnen heuristieken ingezet worden.
Natuurwetenschappen
Bij de bouwsteen natuurwetenschappen is er aandacht voor inzicht ontwikkelen in de bouw, structuur en eigenschappen van materie in de levende en niet-levende systemen.
De kennis en het inzicht in de bouw, structuur en eigenschappen van de materie op verschillende schaalniveaus (subatomaire deeltjes, atomen, ionen, moleculen, mengsels, voorwerpen …) staan hier centraal en laten toe om een beeld te vormen van de fysische wereld op verschillende schaalniveaus maar ook om toepassingen van stoffen en materialen te verklaren.
Hiervoor kunnen modellen worden gebruikt (deeltjesmodel, atoommodel, orbitaalmodel …). Wat betreft de eigenschappen van de materie gaat het over zowel fysische als chemische eigenschappen (vorm, aggregatietoestand, massa, thermische en elektrische geleidbaarheid, mogelijkheid tot interactie, isotopen, radioactiviteit, smeltpunt, brandbaarheid, corrosief vermogen ...).
Om materie te beschrijven en onderlinge relaties te begrijpen, wordt een beroep gedaan op een classificatiesysteem van stoffen.
Daarnaast is het nodig om inzicht te ontwikkelen in de verschijningsvormen van energie, de wisselwerking tussen materie onderling en tussen materie en energie, alsook de gevolgen daarvan.
Het concept energie, verschillende energievormen, energieomzettingen tussen en in systemen, beweging en verandering van beweging, inclusief het concept kracht, soorten krachten … komen hier aan bod.
Leerlingen moeten ook inzicht ontwikkelen in de basiseigenschappen van levende systemen. Hier komen de vier basiseigenschappen van levende systemen aan bod, nl. specifieke organisatievormen, homeostase, voortplanting en (biologische) evolutie met onderliggend fysische en chemische processen en mechanismen alsook het genetisch programmeren.
Technologie
Het onderdeel technologische competentie richt zich in de basisvorming op technologische geletterdheid. Het is de bedoeling om leerlingen zo breed mogelijk kennis te laten maken met technologie om ze voldoende voor te bereiden op de uitdagingen en de ontwikkelingen van deze 21e eeuw.
Voor de technologische competentie is het van belang dat leerlingen inzicht ontwikkelen in de essentie van technische systemen, het technisch proces en hun relatie tot andere domeinen (wetenschappen, wiskunde …) en de maatschappij.
Dat is namelijk nodig om technische systemen verantwoord te gebruiken, te onderhouden, te optimaliseren of te realiseren. Technische systemen vaardig en doelbewust ontwerpen, realiseren en gebruiken rekening houdend met fundamentele maatschappelijke, wetenschappelijke en technologische concepten komt ook aan bod.
Om de brede waaier van technische systemen en processen te garanderen, worden vijf ervaringsgebieden onderscheiden: constructie, transport, energie, ICT en biotechniek. Om creatief oplossingen te bedenken moeten leerlingen vaardig en onderzoekend met technologie kunnen omgaan. Zo leren ze probleemoplossend, kritisch denken en creatief zijn.
STEM
Voor deze sleutelcompetentie moeten leerlingen ook natuurwetenschappelijke, technologische en wiskundige concepten en methoden inzetten om problemen op te lossen en om objecten, systemen en hun interacties te onderzoeken en te begrijpen.
Voorzien in voldoende energie, water en voedsel voor iedereen, het voorkomen en behandelen van ziekten, het oplossen van het klimaatprobleem … kunnen worden aangepakt door een integratie van specifieke kennis en vaardigheden, zoals wiskunde, wetenschappen en technologie en typische STEM-vaardigheden zoals onderzoeken, het ontwerpen van een oplossing, het evalueren van gegevens en ontwerpoplossingen en het beargumenteren van keuzes.
Onderliggende vaardigheden zoals observeren, meten, experimenteren, modelleren, voorspellen, redeneren, berekenen, analyseren van data … zijn ook van groot belang. Het oplossen van geïntegreerde problemen draagt bij aan het verankeren van de specifieke kennis en vaardigheden uit de verschillende disciplines en aan het ervaren van de relevantie van wiskunde, wetenschappen en techniek.
Ook voor het verklaren van de fysische wereld en het oplossen van problemen in het dagelijks leven kunnen bovenvermelde vaardigheden ingezet worden.
Meer informatie en lesmateriaal over sleutelcompetenties
16 sleutelcompetenties vormen de basis voor de nieuwe eindtermen. De eindtermen worden geformuleerd in functie van deze sleutelcompetenties en niet langer in functie van vakken of leergebieden. Klik door voor heldere informatie bij de competenties.
-
Migratie: Mexico - Zone 4
Deze BookWidget helpt je om de leerstof over migratie in de VS vanuit Mexico in te oefenen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Kraak de code: Kerstopdracht
Door de verschillende BookWidgets, verspreid over de tekening, op te lossen vinden de leerlingen een code aan de hand van de verkregen feedback.
De oefeningen behandelen de onderdelen:- lengtematen herleiden;
- oppervlakte;
- omtrek; …
Interactieve oefeningLeerkracht -
Grafiek van een functie opbouwen: GeoGebra applet
Wat is de grafiek van een functie? Hoe wordt die opgebouwd?
Je geeft een functievoorschrift in, kiest x-waarden en ziet meteen de bijhorende y-waarden berekend worden. Vervolgens kan je het punt (x,y) van de grafiek laten tekenen.Interactieve oefeningLeerkracht -
Verwante hoeken: Visueel hulpmiddel
Met deze interactieve eenheidscirkel kunnen de leerlingen de goniometrische getallen van verwante hoeken in de andere kwadranten visueel maken. Dat kan hen helpen om goniometrische uitdrukkingen te vereenvoudigen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Goniometrische getallen in de eenheidscirkel: GeoGebra applet
Dit interactief hulpmiddel kan gebruikt worden om te tonen waar de sinus, cosinus, tangens en cotangens van een hoek kunnen afgelezen worden op de goniometrische cirkel.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Flowgorithm: Leer programmeren
Deze online cursus biedt een introductie tot programmeren door middel van basisconcepten zoals algoritmes, variabelen, loops, condities en functies, zonder het gebruik van een specifieke programmeertaal. In plaats daarvan maakt het gebruik van …
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Verwante hoeken in de goniometrische cirkel: Geogebra-applet
In deze Geogebra-applet wordt het verband tussen de goniometrische getallen van verwante hoeken bestudeerd. De leerlingen kunnen visueel vaststellen wat deze verbanden zijn in een goniometrische cirkel.
Tegengestelde, (anti)supplementaire en …
Interactieve oefeningLeerkracht -
Bouw van het hart: Oefening - BIOgenie+ 1
In deze interactieve afbeelding bestudeer je de onderdelen van het hart.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Atomen en moleculen: Oefeningen
Met behulp van een applet krijgen je leerlingen inzicht in de bouw van moleculen. Ze tellen het aantal atomen en moleculen en leren op deze manier de betekenis van deze begrippen goed kennen. Vervolgens tekenen ze het molecuulmodel.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Spijsvertering: Toets
Deze interactieve oefening behandelt volgende onderwerpen van het spijsverteringsstelsel:
- verschil tussen voedingsstof en voedingsmiddel,
- oefeningen op de voedingswaardetabel,
- functies van voedingsstoffen,
- organen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Fotosynthese leerpad: Educatief materiaal
Webpagina rond fotosynthese met een kennisclip, een poster en digitale oefeningen.
Interactieve oefening (6) -
Dierenrijk leerpad: Educatief materiaal
Themacluster rond het dierenrijk met interactieve posters, kennisclips en verschillende soorten oefeningen over de volgende onderwerpen:
- indeling van het dierenrijk,
- gewervelde dieren,
- verschil tussen een reptiel en een amfibie, …
Interactieve oefening (8)